Bronbemaling

Bronbemaling, of kortweg bemaling, is het tijdelijk winnen van grondwater om bouwwerken te verwezenlijken of nutsvoorzieningen aan te leggen. Denk aan een parkeerkelder of een gescheiden rioleringsstelsel. Het grondwater wordt weggepompt tot het peil onder de bouwput of sleuf ligt. Zo kunnen de werken droog worden uitgevoerd. 

Hoewel bemaling vaak nodig is, kan het een negatieve impact hebben op de omgeving: 

  • Er kan verdroging optreden, met verlies van biodiversiteit. 
  • Bomen sterven af omdat ze te weinig vocht uit het grondwater halen
  • Vijvers en plassen komen droog te liggen en verliezen hun aquatische fauna en flora. 
  • Er ontstaat 'zetting': door een gebrek aan water zakt de bodem in, met alle bouwkundige schade van dien. 
  • Er bestaat een kans op bodemverontreiniging die zich via bemaling eenvoudig kan verspreiden, waardoor niet-verontreinigde percelen soms vervuild geraken. Bovendien zal de klimaatverandering bepaalde effecten van bronbemaling in de toekomst nog verergeren. 

Negatieve effecten tot een minimum beperken

Zo staan onze grondwatervoorraden in lange periodes van droogte nu al sterk onder druk. Die periodes zullen in de toekomst alleen maar langer worden. We moeten dus een duidelijk handelingskader hebben om negatieve effecten van bronbemaling tot een minimum te beperken. Dat kader werd al verankerd in Vlarem II, het belangrijkste decreet voor onze Vlaamse milieuwetgeving. Ook de richtlijnen voor bemaling die de Vlaamse Milieumaatschappij heeft uitgeschreven, zijn voor de sector een leidraad van goede praktijken. Een belangrijk concept in zowel wetgeving als richtlijnen is het volgen van een bemalingscascade.

Grondwatervoorraad opnieuw aanvullen als uitgangspunt

Het uitgangspunt is dat het debiet zoveel mogelijk moet worden beperkt tot het strikt noodzakelijke, en dat het opgepompte water zoveel mogelijk weer in de ondergrond moet worden gebracht met de beste beschikbare technieken. Zo wordt de grondwatervoorraad weer aangevuld en gaat het kostbare water niet verloren. 

Als terugvoeren niet mogelijk blijkt (bv. door ruimtegebrek in een stedelijke omgeving), moeten we kijken of er bemalingswater gebruikt kan worden om drinkwater te sparen (bv. water voor planten, waswater voor veegwagens, bluswater…). Dat kan makkelijk via een vat of container waaruit iedereen gratis water kan aftappen. 

Als ook dat niet kan, bv. omdat het water mogelijk verontreinigd is, moet de voorkeur naar lozing op waterlopen of vijvers gaan (ofwel rechtstreeks, ofwel onrechtstreeks via de regenwaterafvoer of gracht). Pas in allerlaatste instantie kan er geloosd worden in de gemengde riolering, mits een grondige motivering van de aanvrager. 

Niet evident in de praktijk

Hoewel het concept van de bemalingscascade goed is uitgedacht, doorlopen de bemalingsfirma’s de stappen in de praktijk niet altijd even goed. Al te vaak wordt het water in de gemengde riolering geloosd. Daardoor zijn we het kostbare water niet alleen kwijt, onze waterzuiveringsinstallaties werken ook minder goed omdat het water zo te schoon is. De rioleringen kunnen deze hoeveelheden ook niet altijd slikken, waardoor er overlopen in werking treden en er vuil rioolwater in onze waterlopen terechtkomt. 

Dat moeten we voorkomen, en dus zullen we bronbemalingen zorgvuldig opvolgen in het kader van het pilootproject VIPS. Enerzijds zullen we de omgevingsvergunningsaanvraag methodisch behandelen, wat zal resulteren in een kwalitatieve vergunning met bijzondere voorwaarden (bv. hergebruik, herinfiltreren, bevloeiing van bomen…). Anderzijds zullen we na de opstart van de bemaling ter plaatse kijken of de voorwaarden in de vergunning nageleefd worden. Zonder die handhaving blijft de vergunning anders dode letter. Op die manier hopen we bij te dragen aan het duurzame beheer van onze watervoorraden. 

Terug naar het overzicht